Data

Date:
02-12-1998
Country:
Belgium
Number:
Court:
Rechtbank van Koophandel, Hasselt
Parties:
M. v N.V. M

Keywords

STANDARD TERMS – SILENCE OR INACTIVITY BY ADHERING PARTY NOT AMOUNTING TO ACCEPTANCE OF STANDARD TERMS

Abstract

A Dutch seller sued a Belgian buyer for payment of the price. While not denying its obligation to pay the price, the buyer objected that it had never received the seller's standard terms providing for the payment of interest at 18% and liquidated damages at 12%. According to seller, the standard terms were binding on the buyer as they were available at the local chamber of commerce and the buyer had received a copy of them when the contract was concluded.

CISG was applicable since The Netherlands and Belgium were contracting States.

As to the merits the Court decided in favour of the buyer. Indeed, although Article 6 permits the parties to derogate from the provisions of the Convention, but such modification if provided by one party's standard terms was binding on the other party only if that party had actual knowledge thereof. Article 18 excludes acceptance of contract terms by mere silence. The Court re-opened the case to allow the seller to reformulate its claim accordingly.

Fulltext

De eis heeft betrekking op de betaling van facturen voor de verkoop van lichamelijke roerende zaken. Volgens de verkoopsvoorwaarden waarvan eiseres beweert dat zij bij begin van de handelsrelatie tussen partijen aan verweerster werden overhandigd en die werden gedeponeerd bij de rechtbank van koophandel (bedoeld is: Kamer van Koophandel) te Zwolle; is een moratoire interest van 18%per jaar bedongen en een schadebeding van 12%.
Verweerster, die niet betwist de hoofdsom verschuldigd te zijn, ontkent dat zij ooit kennis heeft gehad van de verkoopvoorwaarden. Zij is van oordeel dat eiseres, zoals in het Belgische recht haar verkoopvoorwaarden dient te vermelden op de keerzijde van de facturen. Verweerster voert aan dat, voor zover eiseres zich beroept op het Nederlandse recht, zij afstand (van het Nederlands recht?) heeft gedaan door het feit dat zij in tegenstrijd met de factuurvoorwaarden niet dagvaardt voor de rechtbank te Zwolle: Zij merkt op dat art. 13 van de gedeponeerde voorwaarden voorziet in een boete gelijk aan 10%; hoewel in de dagvaarding 12% wordt gevraagd, waardoor eiseres ook afstand heeft gedaan van de factuurvoorwaarden. De gevorderde interest van 1,5% acht zij een woekerinterest. Art. 13 heeft het over inningskosten en proceskosten. Dit artikel maakt gewag van een rechtelijke procedure en zou in strijd zijn met het Ger.W.
(…)

Beoordeling
De eerste vraag is welke wetgeving op dit geschil van toepassing is.
Terzake gaat het om verkopen van roerende lichamelijke zaken. In België geldt sinds 1 november 1997 in dat verband het Weense Koopverdrag. Ook in Nederland is sinds 1 januari 1992 het Weense Koopverdrag van toepassing. Wanneer de landen waarin koper en verkoper gevestigd zijn op het ogenblik dat zij de verkoop sloten verdragsstaten zijn van het Weense Koopverdrag, dient de Belgische rechter het Weense koopverdrag toe te passen (art. 1, lid a, van bet verdrag).
Overeenkomstig art. 53 van bet Weense Koopverdrag is de koper verplicht de koopprijs te betalen. Overeenkomstig deze bepaling kan een veroordeling voor de hoofdsommen van de factuur tussenkomen.
Overeenkomstig art. 74 van het verdrag is de partij die tekortschiet tot schadevergoeding gehouden. Overeenkomstig art. 78 dient de partij die tekortschiet in de betaling van de prijs rente te betalen, onverminderd het recht op schadevergoeding bepaald in art. 74.
Overeenkomstig art. 6 van bet verdrag kunnen partijen de toepassing van het verdrag uitsluiten of afwijken van de bepalingen ervan, dan wel bet gevolg ervan wijzigen. De vraag is of zij de omvang van de schadevergoeding of van de rente kunnen bepalen via algemene voorwaarden die niet aan de partijen zijn medegedeeld maar elders, zoals terzake bij de kamer van koophandel te Zwolle, ter inzage liggen. De rechtbank vindt inderdaad geen aanwijzing dat de voorwaarden op welkdanig ogenblik aan verweerster zouden zijn toegestuurd of overhandigd of dat zij op welke wijze dan ook kennis heeft kunnen van nemen.
Overeenkomstig art. 18, eerste lid, in fine van het Weense Koopverdrag geldt stilzwijgen of niet reageren op zichzelf niet als een aanvaarding. Dit artikel dient bovendien te worden gelezen in samenhang met art. 8 en 19 van hetzelfde verdrag. Daaromtrent schrijft J. Meeusen (in Van Houtte H., Erauw J. en Wautelet P. (red.), Het Weeens Koopverdrag, Antwerpen, Intersentia, 1997, 95, nr. 3.62): Zo zag het Ambtsgericht van Kehl zowel in het ontbreken van een bewijs dat de algemene voorwaarden de koper bereikt hadden als in het feit dat ze in het Duits waren opgesteld (wat nochtans niet de contracttaal was) argumenten om te besluiten dat de algemene voorwaarden geen bestanddeel van het contract waren geworden (AG, Kehl, 6 oktober 1995, R.I. W., 1996, 957). In een arrest van 6 februari 1996, weigerde het Oostenrijkse Oberster Gerichtshof, op grond van art. 8 CISG, om rekening te houden met bet in de algemene voorwaarden van de verkoper opgenomen beding dat.elk contact schriftelijk moest worden, gesloten, aangezien niet vaststond dat de algemene voorwaarden van de verkoper wel aan de koper werden medegedeeld en dat er overeenstemming over bestond; het beroep van de koper in de aan het contract voorafgaande correspondentie op de «gebruikelijke voorwaarden» toonde niet aan dat hij daarmee verwees naar de algemene voorwaarden van de verkoper (OGH, 6 februari 1996, Unilex). Van Houtte H. («Het Weens Koopverdrag in het Belgisch recht», TRH., 1998, 350) gaat zelfs zo ver te zeggen dat de Belgische opvatting dat de factuurbedingen bindend zijn omdat de koper deze stilzwijgend heeft aanvaard, op de helling komt in het Weense Koopverdrag.
De rechtbank komt tot de bevinding dat factuurvoorwaarden, waarvan niet is aangetoond dat de koper er kennis van heeft, in geen geval de bepalingen van het Weense Koopverdrag terzijde kunnen schuiven of aanvullen. Eiseres kan zich aldus niet beroepen op haar factuurvoorwaarden om de omvang van de rente of de schadevergoeding te bepalen.
Dit betekent nochtans niet dat eiseres geen recht heeft op rente of schadevergoeding. Artikelen 74 en 78 van het Weense koopverdrag dienen toepassing te vinden. De debatten worden heropend om eiseres in staat te stellen haar vordering op grond van die bepalingen te formuleren.
(…)}}

Source

Available on: http://www.law.kuleuven.ac.be}}