Data

Date:
06-10-1997
Country:
Belgium
Number:
6610
Court:
Rechtbank van Koophandel, Kortrijk
Parties:
Wonderfil s.r.l. v. Depraetere Industries

Keywords

CONFORMITY OF GOODS (ART. 35 CISG) - BURDEN OF PROOF ON THE SELLER - JUDICIAL EXPERT APPOINTED BY THE COURT

CONFORMITY OF GOODS - TIMELY EXAMINATION - AS SOON AS PRACTICABLE UNDER THE CIRCUMSTANCES - DEFECTS DISCOVERABLE ONLY AFTER PROCESSING GOODS - EXAMINATION AT THE MOMENT OF PROCESSING TIMELY (ART. 38(1) CISG)

NOTICE OF LACK OF CONFORMITY - TIME OF NOTICE (ART. 39(1) CISG)

Abstract

An Italian seller and a Belgian buyer concluded several contracts for the sale of threads. The buyer asked for reimbursement of the price already paid and refused to pay the last invoice, alleging that a part of the previously delivered goods were defective and that therefore defects were likely to be found again during processing of the remaining goods.

The Court held that the buyer had acted in conformity with the obligations set out in Arts. 38 and 39 CISG by examining the goods within as short a time as practicable in the circumstances and by giving timely notice of the defects to the seller. In particular with respect to the timely examination the Court stated that it would be unreasonable to ask the buyer to first unroll the threads in order to examine them upon delivery. Therefore, examination and discovery of the defects at the moment of the processing of the goods was timely.

In the case at hand however, the existence of the alleged defects was not certain. The Court stated that in principle the burden of proving that the goods were conforming rested on the seller. In this case the Court decided to appoint a judicial expert in order to ascertain the conformity of the goods.

Fulltext

[...]

Met besluiten neergelegd op 14 november 1996 door de NV Depraetere, wordt in de motivering ervan een tegenvordering geformuleerd tot veroordeling van de wederpartij tot betaling van 7.795.620 fr.

Deze tegenvordering is gestoeld op de vaststelling vanwege de NV Depraetere dat zij nog beschikt over een "rote hoeveelheid ecrugarens, die voor een gedeelte reeds zijn geverfd, en die "met verborgen gebreken kunnen behept zijn en die in ieder geval niet kunnen gebruikt en verweven worden omdat het risico te groot is rat zoals het verleden heeft aangetoond, ook deze garens dezelfde fout hebben dan degene die op vroegere geleverde garens werden vastgesteld" (besluiten neergelegd op 14 november 1996, blz. 7, eerste alinea).

Cijfermatig is de tegenvordering samengesteld als volgt:

-16.436 kg. ecru-garens x 300 fr.= 4.930.800 fr.
- 7.539 kg. geverfde ecru-garens x 380 fr.= 2.864.820 fr.
7.795.620 fr.

B e o o r d e l i n g:

I.
Over een periode vanaf begin 1994 tot en met 21 maart 1995 liggen er bestellingen voor vanwege de NV Depraetere bij de firma Wonderfil voor een totaal van 71.000 kg. ecru-garen.
Alle facturen, daterende van 25 februari 1995 tot en met 23 februari 1996, uitgaande van de firma Wonderfil, zijn door de NV Depraetere vereffend.
Eén factuur, met name de factuur nr. FE/148 dd. 29 maart 1996 ad 1.016.004 fr., alhier bij hoofdvordering geëist, is niet betaald.

II.
Toepasselijke rechtsregels

a.
De bestellingen vanwege de NV Depraetere zijn bevestigd geworden door de firma Wonderfil op haar formulieren, waarvan de meeste door de NV Depraetere ook zijn ondertekend aan de voorzijde.
Dat de bestellingen zijn verricht, wordt alsdusdanig door de NV Depraetere niet betwist.
Aan de voorzijde, rechts onderaan, van de orderbevestigingen wordt er in de Italiaanse en Engelse taal verwezen naar de algemene voorwaarden aan de achterzijde. In het Italiaans, Engels, Frans en Duits zijn er algemene voorwaarden afgedrukt aan de achterzijde van de orderbevestigingen.
De aanvaarding van de orderbevestigingsformulieren door de NV Depraetere en hun ondertekening door de NV Depraetere, hebben als gevolg dat in beginsel de algemene voorwaarden, vermeld aan de achterzijde ervan, van toepassing zijn op de contractuele relatie tussen de partijen.
Waar de briefwisseling uitgaande van de NV Depraetere gericht aan de firma Wonderfil, steeds in de Franse taal is geschied, dient de Franse verste van de algemene voorwaarden van de firma Wonderfil te worden weerhouden.

b.
Uit de algemene voorwaarden blijkt niet op eenduidige wijze omtrent welk toepasselijk recht de partijen tot een wilsovereenstemming zijn gekomen.
Onder Par. 8 van de algemene voorwaarden, onder de titel van 'bevoegde rechtbank' ("tribunal compétent") wordt gesproken van "jurisdiction Italienne (Code Civil)".
Waar
- een en ander onder titel van de 'bevoegde rechtbank' staat
- het woord "jurisdiction" waarschijnlijk "juridiction" bedoelt en eerder verwijst naar bevoegdheid c.q. een rechtsgebied en niet naar een toepasselijk recht,
- "Code Civil" zowel het Belgische als Franse Burgerlijk Wetboek kunnen bedoelen, en wellicht ook het Italiaanse Burgerlijk Wetboek,
is er teveel dubbelzinnigheid, om te besluiten dat partijen akkoord zouden zijn geweest tot toepassing van de regels van het Italiaanse Burgerlijk Wetboek, op hun contractuele relatie.

De aanwijzing van het toepasselijke recht dient immers te geschieden bij uitdrukkelijk beding of ontwijfelbaar voortvloeien uit de bepalingen van de overeenkomst (J. Erauw e.a., Overzicht van Rechtspraak, Internationaal Privaatrecht en Nationaliteitsrecht, T.P.R., 1993, nr. 155, blz. 601 en aldaar geciteerde rechtspraak en rechtsleer).

c.
1.
Ingeval van betwisting inzake internationale koop van roerende lichamelijke goederen voor een Belgische rechtbank - zoals in casu - wordt de lex contractus vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van het verdrag van DenHaag van 15 juni 1955 (goedgekeurd bij wet van 21 september 1962, B.S., 29 september 1964 - G. Van Hecke en K. Lenaerts, Internationaal Privaatrecht (2. druk), A.P.R., nr. 12, blz. 332; J. Erauw e.a., Overzicht van Rechtspraak, Internationaal Privaatrecht en Nationaliteitsrecht, T.P.R., 1993, nr. 154, blz. 601).
De kwalificatie van de aan het oordeel van de rechtbank onderworpen betwistingen, geschiedt aan de hand van het recht van het forum (zie L. Barnich, onder Brussel, 9 februari 1989, T.B.H., 1990, meer bepaald blz. 175).
Dit voormelde verdrag van 15 juni 1955 geldt voor België zonder verdragswederkerigheid tegenover welk ander land dan ook (zie noot J. Erauw, Het labyrinth van de internationale koop - verkoop, R.W., 1982-83, 664 e.v., meer bepaald 666).
Volgens artikel 2 van het voormelde verdrag van Den Haag, wordt de koop "beheerst door de interne wet van het door de contracterende partijen aangewezen land".
Alhier is reeds vastgesteld geworden de partijen niet op een duidelijke wijze enig recht als toepasselijk op de koop, hebben aangewezen.
Bij gebreke van dergelijk aangewezen recht bepaalt art. 3 van het voormelde verdrag, dat de koop-overeenkomst wordt beheerst door de interne wet van het land, waar de verkoper zijn gewoon verblijf heeft op het ogenblik waarop hij het order ontvangt.

In casu is dat dan ook het Italiaanse recht.

2. In het Italiaanse recht geldt sedert 1 januari 1988 inzake internationale koopovereenkomsten betreffende roerende zaken, zoals in casu, het Verdrag van Wenen dd. 11 april 1980 (zie O. Van der Zee, Het nieuwe recht van de internationale koop - verkoop (uitg. 1993), blz. 81, met lijst van de door het Verdrag van Wenen gebonden landen - zie art. 1 kwestieuze verdrag).

Het Verdrag van Wenen is dan ook van toepassing, behoudens waar er concreet door de partijen wordt van afgeweken (toepassing art. 6 kwestieuze verdrag).

3.
Tussen de partijen bestaat een centraal staande betwisting nopens de toepasselijkheid van Par. 5 van de algemene voorwaarden van de firma Wonderfil.
Hierin staat vermeld dat alle klachten schriftelijk dienen te geschieden, en dat geen enkele klacht nog in aanmerking zal worden genomen 10 dagen na ontvangst van de goederen, noch na gehele of gedeeltelijke verwerking van de koopwaar.
Er staat daarenboven ook een beperking van verantwoordelijkheid in vermeld, nl. een plafonnering van mogelijke gehoudenheid in hoofde van de firma Wonderfil tot de waarde van de koopwaar.
Uit de voorbehoudsloze aanvaarding vanwege de firma Wonderfil van twee claims vanwege de NV Depraetere (zie hieronder III. A.b.), blijkt dat de firma Wonderfil de voormelde Par. 5 van haar algemene voorwaarden niet als toepasselijk heeft aangezien op gebeurlijke onzichtbare gebreken, of gebreken die pas zichtbaar worden bij de verwerking ervan.
Het is overigens onmogelijk te eisen van de koper van garens, dat hij eerst de garens zou ontrollen om ze te controleren op gebreken.
"Fysisch" gezien is voorgaande onmogelijk.

III.
A.
De NV Depraetere weigert de laatste factuur van de firma Wonderfil m.b.t. de laatste levering, te betalen, omdat zij heeft vastgesteld dat er aan vroegere leveringen van ecru-garens gebreken waren en aldus bang is dat bij verdere verwerking van de nog aanzienlijk overblijvende hoeveelheid resterende garens, er weerom gebreken zullen zijn, met alle schade voor haar vandien.
Hiertoe verwijst de NV Depraetere naar
a.
Een bericht vanwege de firma Wonderfil (zie stuk nr. II, 2, dossier NV Depraetere), einde oktober 1995, waarin de firma Wonderfil ook vaststelt dat er gebreken zijn, doch die er ook bijvoegt dat deze uiterst minimaal zouden zijn.
b.
Een eerste claim (10 november 1995 - zie dossier NV Depraetere, nr. II, 3) vanwege de NV Depraetere die, inderdaad, zonder verdere betwisting door de firma Wonderfil is beantwoord geworden met een kredietnota van 124.027 fr. (dd. 7 december 1995).
Een tweede claim (18 maart 1996 - zie dossier NV Depraetere, nr. II, 8) vanwege de NV Depraetere, die eveneens zonder verdere betwisting door de firma Wonderfil, aanleiding heeft gegeven tot een kredietnota van 47.138 fr. (dd. 27 maart 1996).
Er zij vastgesteld dat de firma Wonderfil zelf op haar kredietnota's uitdrukkelijk verwijst naar de aanspraak vanwege de NV Depraetere, en aldus melding maakt van onregelmatigheden in de garens die "onverkochte stoffen of tweede-keus stoffen veroorzaakt hebben" ("due to irregular pile on the chenille which caused unsold cloth or cloth second choice").

B.
Na de laatste levering heeft de NV Depraetere met fax dd. 4 april 1996 geprotesteerd tegen de te grote omvang van deze levering; deze problematiek is alsdusdanig evenwel niet aan de orde.
Wat aan de orde is, is de houding die beide partijen aan de dag hebben gelegd met betrekking tot mogelijke gebreken aan de geleverde goederen.
Met de voormelde fax dd. 4 april 1996 poneert de NV Depraetere "blijvend kwaliteitsproblemen (te) hebben met het garen van Wonderfil" en "dat wij niet zullen nalaten u verantwoordelijk te stellen voor alle geleden schade".

Met fax dd. 25 april 1996 vraagt de NV Depraetere aan de firma Wonderfil of zij
- de nog aanwezige garens verder mag verwerken, en of
- de firma Wonderfil verder haar verantwoordelijkheid zal nemen aangaande de slechte metrages weefsel.
Erin wordt verwezen naar de gebreken in de garens die reeds eerder waren vastgesteld, met name in verband met de streperigheid bij de verweving van bepaalde partijen (zie fax dd. 25 aprii 1996, onderaan eerste bladzijde).
Erop wordt door de firma Wonderfil blijkbaar niet gereageerd.

Er wordt daarop een derde claim bezorgd (ditmaal niet meer via de vertegenwoordiger, doch rechtstreeks) door de NV Depraetere aan de firma Wonderfil, met schrijven dd. 3 juni 1996.
Op 6 juni 1996 wordt door de raadsman van de firma Wonderfil de wederpartij in gebreke gesteld tot betaling van de factuur ad. 1.016.004 fr.

C.
a.
Art. 38, 1 van het Verdrag van Wenen, legt aan de koper op de zaken te keuren of te doen keuren, binnen een zo kort mogelijke termijn. Er wordt ook verwezen naar: "gelet op de omstandigheden".
Art. 39, 1 van het Verdrag van Wenen, bepaalt dat de koper het recht verliest om zich erop te beroepen dat zaken niet aan de overeenkomst beantwoorden, indien hij niet binnen een redelijke termijn, nadat hij dit heeft ontdekt of had behoren te ontdekken, de verkoper hiervan in kennis stelt, onder opgave van de tekortkoming.

b.
Uit wat voorafgaat onder II, c.3, volgt, dat de NV Depraetere "gelet op de omstandigheden" tijdig de goederen heeft gekeurd, en alleszins de geleverde garens met normale diligentie heeft willen verwerken... verwerking die aanleiding heeft gegeven tot het vaststellen van gebreken (art. 38, 1 Verdrag van Wenen) met mededeling ervan aan de firma Wonderfil.
Uit wat voorafgaat onder A. en B. supra, volgt dat de de NV Depraetere tijdig en zelfs geregeld de firma Wonderfil op de hoogte heeft gesteld van de gebreken, en concreet heeft gewezen op de tekortkoming (art. 39, 1 Verdrag van Wenen).

c.
De omstandigheid dat er al vele leveringen door de NV Depraetere betaald zijn geworden, is in het kader van de regels van het Verdrag van Wenen, irrelevant voor de beoordeling ten gronde van de betwisting.

D.
In deze omstandigheden was het aan de firma Wonderfil aan te tonen dat het regelmatig protest vanwege de NV Depraetere ongegrond was.
Hieromtrent is er stellig geen zekerheid, zodat een gerechtelijke expertise aangewezen is.

a.
Aangezien hierboven is vastgesteld het protest vanwege de NV Depraetere omtrent alle leveringen regelmatig is, dient het voorwerp van de expertise in beginsel ook alle leveringen te betreffen.
Er kan echter niet voorbijgegaan worden aan de regelingen die op een gegeven ogenblik zijn totstandgekomen (cfr. twee voormelde kredietnota' vanwege de firma Wonderfil).

Hieruit volgt dat aan expertise dient te worden onderworpen:
- de garens voorwerp - zowel verweven als niet verweven - van de derde claim, verwoord door de NV Depraetere in haar schrijven dd. 3 juni 1996 aan de firma Wonderfil;
- de garens (zowel ongeverfd, geverfd als verweven) voorwerp van de fax van de NV Depraetere aan de vertegenwoordiger van de firma Wonderfil dd. 25 april 1996;
- de garens voorwerp van de factuur nr. FE/148 dd. 29 maart 1996 (laatste levering).

b.
Aangezien
- enerzijds de firma Wonderfil betaling vraagt van de laatste factuur en
- anderzijds de NV Depraetere terugname van garens en terugbetaling ervan (en zelfs meer),
wordt voor recht gezegd dat beide partijen elk de helft van de kosten en ereloon van de deskundige dienen voor te schieten.

Voor het overige is het aangewezen een ruime opdracht aan de deskundige te geven.

O p d e z e g r o n d e n,
d e R e c h t b a n k,
alle andere besluiten afwijzend als niet dienend, minstens voorlopig onverlet latend;

Rechtsprekend op tegenspraak;

Toepassing makend van art. 962 van het Gerechtelijk Wetboek, alvorens recht te doen:

Benoemt als deskundige (...),
die zich in voorkomend geval mag laten bijstaan door een specialist terzake op voorwaarde dat de expert de conclusie van deze laatste tot de zijne maakt en die overeenkomstig de artikelen 962 tot en met 991 van het Gerechtelijk Wetboek binnen de zes maanden na de aanvaarding van zijn taak de volgende opdracht vervult:

1. partijen aangetekend verwittigen met een tussentijd van drie vrije dagen van plaats, dag en uur der uitvoering van zijn opdracht;
partijen horen, de bescheiden vragen en alle nuttige inlichtingen inwinnen, zo nodig bij derden;

2. - de garens voorwerp van de derde claim, verwoord door de NV Depraetere in haar schrijven dd. 3 juni 1996 aan de firma Wonderfil,
- de garens (zowel ongeverfd, geverfd als verweven) voorwerp van de fax van de NV Depraetere aan de vertegenwoordiger van de firma Wonderfil dd. 25 april 1996, en
- de garens voorwerp van de factuur nr. FE/148 dd. 29 maart l996
voorwerp van het geding, identificeren, grondig onderzoeken en gemotiveerd zeggen:
a. of deze de gebreken en/ of onvoltooidheden vertonen die door de NV Depraetere werden of worden aangeduid en, zo ja, deze beschrijven, inbegrepen de ernst ervan;
b. de oorzaken van de vastgestelde gebreken en/ of onvoltooidheden bepalen en zeggen jegens wie ze "technisch" en "feitelijk" zijn toe te rekenen;
c. de herstellingswijze - indien mogelijk - met kostprijs bepalen, alsook de blijvende minderwaarde;
d. de aankoopwaarde van alle nog in het bezit van de NV Depraetere zijnde garens (ongeverfd, geverfd en verweven), te bepalen;
e. de eventuele andere elementen van schede begroten die door de NV Depraetere is of wordt geleden als gevolg van de vastgestelde gebreken en/ of onvoltooidheden;

3. antwoorden op alle vragen van de partijen, nuttig voor de oplossing van het geschil;

4. het voorverslag aan iedere partij sturen met bede om gemotiveerde bezwaren binnen de twintig dagen van de datum postmerk; deze beantwoorden en het verslag neerleggen, indien partijen niet tot verzoening zijn gekomen;

5. op de dag van de inlevering van zijn eindverslag ter griffie, aan de partijen aangetekend een eensluidend verklaard afschrift van zijn verslag zenden, met daarin verwerkt, zijn staat van kosten en ereloon;

Beveelt de beide partijen elk de helft van de kosten en het ereloon van de deskundige voor te schieten;

Verwijst het geschil inmiddels naar de bijzondere rol;

Houdt de definitieve beslissing omtrent de kosten aan;

Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad, niettegenstaande elke voorziening en zonder borgstelling.

[...]}}

Source

Source:
- Dr. Patrick Wautelet, Katholieke Universiteit, Leuven, Belgium

Original in Dutch:
- Unpublished}}