Data

Date:
30-11-1994
Country:
Netherlands
Number:
588/93
Court:
Arrondissementsrechtbank Middelburg
Parties:
Trailerbouw De Kraker BV v. Heinz van Kempen, h.o.d.n. NHF

Keywords

JURISDICTION - 1968 BRUSSELS CONVENTION - JURISDICTION OF COURT FOR PLACE OF PAYMENT OF PRICE

Abstract

A Dutch company sold a trailer to a German buyer. The buyer terminated the contract invoking delay in the performance and a defective roof construction. The seller commenced an action for payment of the price.

The Court in order to determine whether it had jurisdiction inquired where the price had to be paid (Art. 5(1) Brussels Convention). It therefore applied CISG, which it held applicable because the object of sale was a moveable (Art. 3 CISG).

The Court concluded that it had jurisdiction, because the price had to be paid in the Netherlands, this being the seller's place of business and the place of handing over of the goods (Art. 57 CISG).

Fulltext

[...]

OVERWEGINGEN

'4. De beoordeling (in het incident)

4.1. Het beroep van De Kraker op de bevoegdheidsclausule in haar algemene voorwaarden moet worden afgewezen. In het onderhavige geval is de verwijzing naar de algemene voorwaarden gesteld in een andere taal dan de taal waarin de offerte was opgesteld, terwijl bovendien geen algemene voorwaarden waren bijgevoegd. In die omstandigheden is niet voldaan aan de voorwaarden voor toepasselijkheid van het bevoegdheidsbeding als bedoeld in art. 17 EEX.

4.2. Op grond van art. 5 EEX is bevoegd de rechter van de plaats, waar de verbintenis, die aan de eis ten grondslag ligt, is uitgevoerd of moet worden uitgevoerd. De verbintenis waar het in de dagvaarding van De Kraker om gaat is de verbintenis van NHF tot betaling van een geldsom.

De overeenkomst tussen partijen bevat geen uitdrukkelijke bepaling inzake de plaats waar betaald dient te worden. Derhalve dient naar het recht dat op de overeenkomst toepasselijk is te worden bepaald waar deze plaats is gelegen.

De karakteristieke prestatie dient in deze te worden verricht door De Kraker, zodat Nederlands recht van toepassing is. Omdat het hier gaat om een koop van een roerende zaak (dit mede gelet op het bepaalde in art. 3 van het Weens Koopverdrag) geldt in deze als Nederlands recht het Weens Koopverdrag. Volgens dit verdrag (art. 57) dient te worden betaald ter plaatse van de vestiging van de verkoper of ter plaatse van de afgifte. Blijkens de offerte van De Kraker (die, ondanks het voorstel van NHF daartoe, wat dit betreft niet is gewijzigd) is de plaats van betaling en van afgifte Axel.

Derhalve is de Nederlandse rechter bevoegd.

Als in het ongelijk gestelde partij dient NHF in de kosten van het incident te worden veroordeeld, zij het dat deze kosten aan de zijde van De Kraker nihil zijn, nu tevens in de hoofdzaak is voortgeprocedeerd en daarbij ook een reconventionele vordering is ingediend.

In de hoofdzaak (...)

7.2. Op de overeenkomst is Nederlands recht van toepassing en wel het Weens koopverdrag (zie boven par. 4.2).

Partijen kunnen desgewenst bij hun eerstvolgende conclusie nader ingaan op de eventuele consequenties van de toepasselijkheid van het Weens koopverdrag.'

Volgt, na verdere overwegingen, bevoegdverklaring en verwijzing naar de rol tot het nemen van een conclusie, het eerst door NHF.}}

Source

Published in Dutch:
- Nederlands Internationaal Privaatrecht (NIPR), 1996, nr. 296}}